Deel uitmaken van een RvC of RvA is vaak interessant en uitdagend werk, wat je ook tijdens je pensioen met veel voldoening kan blijven doen. Maar hoe weet je wanneer het tijd is om te stoppen? We vroegen het aan Ad Swartjes (68), commissaris en oud-CEO van de Telegraaf Media Groep, die zelf onlangs is gestopt bij Brand New Day.

1 Verplichting versus zélf willen

“Wil je veel tijd besteden aan een commissariaat? Wat heb je er allemaal voor over? Voor mij persoonlijk is vrije tijd, na lang hard gewerkt te hebben, zo belangrijk dat ik daar weinig van wil inleveren. Dat is voor iedereen natuurlijk anders, maar ik denk toch dat het essentieel is om daar goed over na te denken als je wordt gevraagd voor een RvC. Het is zonde als je te laat ontdekt dat het te veel van je vraagt.

Tijdens mijn werk als CEO voor de Telegraaf Media Groep stond ik nooit echt stil bij mijn pensioen en wat ik zou gaan doen. Ik werkte hard en met veel plezier, en dacht niet na over stoppen. Rond mijn zestigste begon ik er langzaam naartoe te groeien. Ik heb me toen ook niet aan dat werk vastgehouden. Is het klaar, dan is het klaar, vond ik. En zo was het ook. Er was geen strijd, geen moeten en zeker geen zwart gat. Ik geniet nu van mijn vrije leven, van het reizen en van mijn familie. Dat is de luxe van pensioen; je kunt je tijd zelf indelen. Ik ben nog wel commissaris bij Koninklijke Boom Uitgevers te Meppel, wat goed past bij mijn werkverleden. Daar wil ik dus graag extra tijd voor vrijmaken, omdat ik het leuk en interessant vind.”

2 Toegevoegde waarde?

“Vraag jezelf ook regelmatig af wat en hoeveel je als commissaris inhoudelijk kunt bijdragen. Hoe oud of jong je ook bent. Snel nadat ik met pensioen was gegaan, kwam ik in de RvC van Brand New Day, een moderne levensverzekeraar met inmiddels ook een bankvergunning. Ze wilden graag iemand uit de commercie in de RvC, dus wat dat betreft was ik de juiste persoon. Maar inhoudelijk gezien was het nieuw voor mij. Een andere branche, heel financieel, met ingewikkelde regels vanuit toezichthouders zoals De Nederlandsche Bank. Veel vergaderen dus en heel hard werken. Wel interessant hoor en spannend, want het is een actieve club met enthousiaste en ondernemende mensen, maar ik merkte na een tijd dat mijn agenda weer helemaal vol begon te lopen. En dat wilde ik nou juíst niet.

Bovendien was het inhoudelijk gezien gewoon mijn ding niet. Waardering, plezier, het gevoel dat je van toegevoegde waarde bent en dat je er zelf ook iets van opsteekt, dat zijn voor mij essentiële elementen die ik zoek in mijn werk als commissaris. Hoewel ik veel kennis opdeed, voelde ik in deze RvC niet meer dat ik voldoende kon toevoegen of bijdragen. En dan moet je gewoon stoppen, heel simpel. Dat heb ik dus na vier jaar gedaan.”

3 Tijd om te gaan

“Ervaring in een RvC is nodig en heel waardevol. Hoe vaak ik wel niet merk dat ik eigenlijk meer weet dan ik zelf dacht. Maar er is een grens. Ik vind persoonlijk dat niemand na zijn 70ste nog in een RvC zou moeten zitten. Ik heb zelf dus nog twee jaar te gaan bij Boom, en dan hou ik er ook mee op. Na je 70ste mag je wat mij betreft lekker gaan vissen en plaatsmaken voor jongere mensen. De ontwikkelingen, vooral op digitaal vlak, volgen elkaar nu in zo’n rap tempo op en er is zoveel veranderd. Het is lastig om dat allemaal maar bij te blijven houden.

Bovendien zie ik vaak dat mensen op die leeftijd, hoewel ze het zelf wellicht zullen ontkennen, vaste theorieën en meningen hebben waar ze niet meer zo makkelijk van af willen stappen. Dan kom je ook niet meer vooruit. Ervaring? Prima, essentieel zelfs. Maar het wil niet altijd zeggen dat je nog steeds de juiste persoon op de juiste plek bent. Durf dus tegen jezelf te zeggen dat het tijd is om het stokje over te dragen aan andere mensen. Dat soort kritische zelfreflectie is alleen maar goed.”